TOELICHTING
1. Inleiding
Met de onderhavige regeling wordt de Regeling nationale EZK- en
LNV-subsidies (hierna: RNES) gewijzigd, in verband met de verlenging van de
subsidiemodules TKI MKB-versterking, MKB innovatiestimulering topsectoren
(hierna gezamenlijk: subsidiemodule MIT) en de subsidiemodule
Innovatieprestatiecontracten (hierna: subsidiemodule IPC), die zijn opgenomen
in respectievelijk in titel 3.3, 3.4 en 3.5 van de RNES.
2. Subsidiemodule MIT en IPC
De subsidiemodule MIT is bedoeld voor het innovatieve MKB dat innoveert
binnen het Missiegedreven Topsectoren- en Innovatiebeleid (hierna: MTIB).
Hiervoor kent zij drie instrumenten die direct door ondernemers worden
aangevraagd: haalbaarheidsprojecten, kennisvouchers en
R&D-samenwerkingsprojecten. Voorts kent zij nog twee instrumenten die door
de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (hierna: TKI) worden aangevraagd:
netwerkactiviteiten en innovatiemakelaars. De subsidiemodule MIT loopt sinds
2013 en is in 2017 voor het laatst geëvalueerd. In 2022 moet weer een evaluatie
plaatsvinden.
Met de subsidiemodule IPC wordt steun verleend aan groepen
MKB-ondernemingen in dezelfde regio, keten of branche om gezamenlijk een
tweejarig innovatietraject uit te voeren voor de thuis- of exportmarkt onder de
begeleiding van een penvoerder. De subsidiemodule is in 2007 geïnitieerd. De
subsidiemodule IPC is in 2013 gedeeltelijk onderdeel en in 2014 uitsluitend
onderdeel geweest van de subsidiemodule MIT. Vanaf 2015 is de subsidiemodule
IPC opnieuw generiek opengesteld. Na 2015 is geen budget meer opengesteld voor
het onderdeel IPC binnen de MIT. Na 2017 is er ook geen budget meer voor de
generieke subsidiemodule IPC beschikbaar gesteld. In 2021 moest weer een
evaluatie plaatsvinden.
3. Verlenging subsidiemodules
Op grond van artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 moet
een subsidieregeling een tijdstip bevatten waarop de regeling vervalt. Dat
tijdstip mag niet later zijn dan vijf jaar na inwerkingtreding van de regeling.
De subsidiemodule MIT zou met ingang van 1 maart 2023 komen te vervallen. De
subsidiemodule IPC zou met ingang van 1 juli 2022 komen te vervallen. Met
onderhavige wijziging worden de subsidiemodules tot 1 januari 2024
verlengd.
De subsidiemodule MIT kent ieder jaar een reguliere openstelling tussen
begin april en begin november. Het is niet mogelijk een openstelling te hebben
voorbij de vervaldatum van een subsidiemodule. Om de subsidiemodule MIT open te
kunnen stellen voor een periode die toegevoegde waarde heeft voor ondernemers
in 2023 is het noodzakelijk om de vervaldatum te verlengen. De subsidiemodule
MIT bevat ook een module voor MIT-innovatieprestatiecontracten, die is
opgenomen in paragraaf 3.4.6 van de RNES. Deze module bevat verwijzingen naar
de subsidiemodule IPC. Als de subsidiemodule IPC vervalt dan kan deze module
ook niet meer gebruikt worden.
Daarnaast is er genoeg tijd nodig voor de evaluatie van de subsidiemodules
MIT en IPC. De subsidiemodules worden gezamenlijk geëvalueerd vanwege de
samenhang tussen de subsidiemodules MIT en IPC. Dit leidt tot extra
kostenefficiëntie. Verder wordt er zo ook geput uit de beschikbare overlappende
data van de subsidiemodules. De uitkomsten van de evaluatie kan aanleiding
geven om inhoudelijke wijzigingen in de subsidiemodules door te voeren. De
huidige vervaldatum geeft momenteel niet voldoende ruimte om dit zorgvuldig te
kunnen doen. De subsidiemodule IPC zou vervallen voor afronding van de
evaluatie en de subsidiemodule MIT zou vervallen voordat er invulling gegeven
kan worden aan de conclusies van de evaluatie. De verlenging van de vervaldatum
tot 1 januari 2024 geeft voldoende ruimte voor het bovenstaande.
Op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 moet
de aanpassing van een vervaldatum bij de Tweede Kamer worden voorgehangen.
Onderhavige regeling is daarom aan de Tweede Kamer overgelegd (Kamerstukken II
2022/23, 32637 nr.
496).
4. Staatssteun
4.1 TKI MKB-versterking
De subsidiemodule TKI MKB-versterking bevat twee soorten categorieën
waarvoor subsidie wordt gegeven. Allereerst kan op grond van deze
subsidiemodule subsidie worden verleend voor netwerkactiviteiten. Deze subsidie
is geen staatssteun (artikel 3.3.11, eerste lid, van de RNES). Ten tweede kan
op grond van deze subsidiemodule subsidie worden verleend voor de ondersteuning
door innovatiemakelaars. Deze subsidie is staatssteun die wordt gerechtvaardigd
door artikel 28 van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de commissie van 17 juni
2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108
van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L
187) (hierna: algemene groepsvrijstellingsverordening) (artikel 3.3.11, tweede
lid, van de RNES).
4.2 MKB innovatiestimulering topsectoren
De MIT-subsidiemodules bevatten staatssteun die, behoudens paragraaf 3.4.3
(MIT- kennisvouchers), wordt gerechtvaardigd door de artikelen 25 en 28 van de
algemene groepsvrijstellingsverordening (artikel 3.4.29, eerste lid, van de
RNES). Subsidie die krachtens paragraaf 3.4.3 wordt verleend bevatten
staatssteun en worden gerechtvaardigd door Verordening (EU) nr. 1407/2013 van
de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de
artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352) (hierna: algemene
de-minimisverordening) (artikel 3.4.29, tweede lid, van de RNES).
4.3 Innovatieprestatiecontracten
De begunstigden van de te verstrekken subsidie op grond van paragraaf 3.5.2
en 3.5.4 zijn de IPC-deelnemers alsmede de IPC-penvoerder. Zij ontvangen door
de subsidie een financieel voordeel dat selectief uitwerkt. Er is derhalve
sprake van staatssteun aan de IPC-penvoerder en de IPC-deelnemers. Voor
IPC-deelnemers blijft IPC binnen de door artikel 25 van de algemene
groepsvrijstellingsverordening gegeven grenzen wat subsidiabele kosten en
steunintensiteit betreft. Voor IPC-penvoerders geldt dat de staatssteun kan
worden verstrekt als de-minimis steun indien de IPC-penvoerder voldoet aan de
voorwaarden van de algemene de-minimisverordening.
5. Regeldruk
Deze wijzigingen in de subsidiemodules TKI MKB-versterking, MIT en de
Innovatieprestatiecontracten leiden niet tot wijziging van
informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de
regeldruk bij de gebruikers van deze subsidiemodule. De regeldruk wordt in
kaart gebracht bij de openstelling van de subsidiemodules TKI MKB-versterking,
MIT en de Innovatieprestatiecontracten.
6. Inwerkingtreding
De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum
van uitgifte van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van
inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste
verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de
eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend
worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep
van deze regeling gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens